Explosieveiligheid

Wanneer bij houtverwerking fijn stof vrijkomt, bestaat er gevaar voor stofexplosies. Als er voldoende fijn houtstof in de lucht aanwezig is, kan één enkel vonkje van een lamp of machine voldoende zijn om een stofexplosie te veroorzaken. Stofexplosies in afzuigsystemen komen wel eens voor in de hout-, timmer en meubelindustrie. De menging van houtstof en lucht in het systeem kan zorgen voor een explosief mengsel. Ook in de container/silo/bunker waarin het stof wordt opgevangen, zijn de risico’s voor een houtstofexplosie volop aanwezig. Het is derhalve erg belangrijk dat in deze systemen geen ontstekingsbronnen voorkomen. Dit moet in het ontwerp en de layout van de installatie geborgd zijn. Deze installaties moeten explosievrij zijn uitgevoerd. Houtstofexplosies zijn zeer krachtig en kunnen leiden tot grote materiële schade en bij aanwezigheid van werknemers in de nabijheid tot zeer ernstig letsel. In tegenstelling tot de timmer- en meubelindustrie wordt in de houthandelsbedrijven weinig of niet gewerkt met brandbare producten zoals verven, lakken en oplosmiddelen voor afgezogen spuitwanden en in spuitcabines.

Wat betreft explosiegevaar zijn er twee Europese richtlijnen voor explosieveiligheid volledig van kracht:

  • Richtlijn 2014/34/EU,de ATEX 114 genoemd (voor fabricage van installaties en producten; bedoelt voor gebruik in ruimten met explosieve atmosfeer; de richtlijn is opgnomen in het Warenwetbesluit Explosieveilig Materieel 2016);
  • Richtlijn 1999/92/EG de ATEX 153 genoemd (voor arbeidsplaatsen; bedoelt voor alle bedrijven; met ingang van 1 juli 2006 moeten alle arbeidsplaatsen aan deze richtlijn voldoen; de richtlijn is onderdeel van het Arbobesluit).


Het doel van beide richtlijnen is het voorkómen van stof- en gasexplosies. Het gaat om het beheersen van de omstandigheden in een explosieve atmosfeer, in situaties waarbij het niet mogelijk is om door vervanging van stoffen het explosiegevaar weg te nemen.

Voor Nederland zijn twee praktijkrichtlijnen opgesteld:

  • De NPR 7910-1: Gevarenzone-indeling voor gasontploffingsgevaar
  • De NPR 7910-2: Gevarenzone-indeling voor stofontploffingsgevaar


Deze praktijkrichtlijnen zijn te bestellen via de normshop van het NEN.

Het Arbobesluit verplicht bedrijven tot een gestructureerde aanpak van explosiegevaar. Werkgevers moeten hiertoe de brandbare stoffen, risicovolle situaties en blootgestelde werknemers inventariseren. En indien nodig technische en/of organisatorische maatregelen treffen, werknemers voorlichten en een explosieveiligheidsdocument (EVD) opstellen. Dit gebeurt aan de hand van een RI&E en een plan van aanpak.

Relevante regelgeving:
Arbobesluit, artikel 3.5a t/m 3.5f

Warenwetbesluit Explosieveilig materiaal 2016