Lawaai op de werkplek is niet alleen hinderlijk, maar kan ook schadelijk zijn. Geluiden zijn luchttrillingen die met het gehoororgaan waargenomen kunnen worden. De toonhoogte wordt bepaald door de frequentie van de trillingen; de sterkte van het geluid door de grootte van de trillingen. Geluidsniveaus worden uitgedrukt in dB(A). Blootstelling aan geluidsniveaus van meer dan 80 dB(A) gedurende 8 uur per dag, 40 uur per week kan leiden tot gehoorverlies. De kans op schade neemt zeer snel toe bij verhoging van het geluidsniveau. Deze gehoorbeschadiging is blijvend en heeft ook grote sociale gevolgen. Zo zijn gesprekken in gezelschap nauwelijks meer te volgen.

Bij het gebruik van houtbewerkingsmachines komen hoge geluidsniveaus voor. Niet alleen de productiemachines en -apparatuur, maar ook de afzuiginstallaties (ventilatoren, afzuigmonden, soms filters) en de compressoren maken veel lawaai. Veel lawaai ontstaat ook door trilling overdracht van machines op leidingen van afzuiginstallaties.

Bij het treffen van maatregelen dient zoveel mogelijk de arbeidshygiënische strategie gevolgd te worden. Dat betekent eerst het treffen van bronmaatregelen (aanschaf geluidsarme machines, machines omkasten, verende elementen tussen trillingsbron en de rest van de constructie); als dat niet kan het beperken van de blootstelling aan geluid, bijvoorbeeld door machines in cabines te plaatsen, toepassing van geluidsschermen, het verbeteren van de ruimte-akoestiek (absorberende plafonds en wanden) of toepassing van geluiddempers; als ook dit onvoldoende mogelijkheden biedt kan gezocht worden naar organisatorische mogelijkheden om de blootstellingstijd te beperken.

Relevante wetgeving:
Arbobesluit, artikel 6.6 t/m 6.11.

Normstelling:
De dagelijkse blootstelling aan lawaai (LEX,8h)  is het tijd gewogen gemiddelde van de niveaus van blootstelling aan lawaai op een nominale werkdag van acht uur, zoals gedefinieerd in de internationale norm ISO 1999:2016, punt 3.1 (noot 2)

Bij een blootstelling boven de 80 decibel (dB(A)) zijn volgens het Arbobesluit de onderstaande maatregelen verplicht:

Organisatorische maatregelen

In het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet, worden de lawaainiveaus waaraan de werknemers zijn blootgesteld, beoordeeld en, indien nodig, gemeten teneinde te bepalen waar en in welke mate werknemers aan te hoge geluid niveau’s schadelijk lawaai kunnen worden blootgesteld. (zie: Arbotoolkit – Inventarisatie geluid)

Kan met technische maatregelen (zie hierboven en de oplossingen pagina’s geluid) onvoldoende bescherming bereikt worden dan kan de blootstelling bij voorkeur door organisatorische maatregelen op aanvaard niveau gebracht worden:

  • alternatieve werkmethoden die leiden tot minder blootstelling aan lawaai (bijvoorbeeld verdeling van taken), 
  • de keuze van de juiste arbeidsmiddelen, rekening houdend met het te verrichten werk,
  • het ontwerp en de inrichting van de werkplek en de arbeidsplaats.
  • passende onderhoudsprogramma’s
  • beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling
  • passende werkschema’s met voldoende rustpauzes

Voorlichting en onderricht

Aan werknemers die worden blootgesteld aan een dagelijkse blootstelling aan lawaai van 80 dB(A) of hoger en een piekgeluidsdruk van 112 Pa of hoger worden doeltreffende voorlichting en doeltreffend onderricht gegeven over:

  • de aard van de risico’s die voortvloeien uit blootstelling aan lawaai;
  • de genomen maatregelen, om te hoge blootstelling aan geluid te voorkomen of tot een minimum te beperken;
  • de resultaten van de beoordeling en meting van de lawaainiveaus waaraan de werknemers zijn blootgesteld, en een uitleg van de betekenis en mogelijk daaraan verbonden risico’s;
  • het juiste gebruik van individuele gehoorbeschermers;
  • hoe signalen van gehoorbeschadiging zijn op te sporen en kunnen worden gemeld;
  • de omstandigheden waarin werknemers recht hebben op arbeidsgezondheidskundig onderzoek en het doel van dit onderzoek en
  • veilige werkmethoden om de blootstelling aan lawaai tot een minimum te beperken.

Audiometrisch onderzoek

Iedere werknemers waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger is dan 80 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger is dan 112 Pa wordt in de gelegenheid gesteld om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan.

Het audiometrische onderzoek,  is gericht op een vroegtijdige diagnose van een eventuele achteruitgang van het gehoor ten gevolge van lawaai en op behoud van het gehoor.

    Signalering

    Werkplekken waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger kan zijn dan 85 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger kan zijn dan 140 Pa, worden duidelijk aangegeven door middel van passende signaleringen en doelmatig afgebakend. Indien dit technisch uitvoerbaar is en het risico van blootstelling dit rechtvaardigt, wordt de toegang ertoe beperkt.

    Gehoorbeschermers

    Als laatste middel, in gevallen waarin de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger is dan 80 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger is dan 112 Pa, worden aan de werknemers passende, naar behoren aangemeten, individuele gehoorbeschermers ter beschikking gesteld. De individuele gehoorbeschermers voorkomen het risico van gehoorbeschadiging of brengen dit risico tot een minimum terug

    Oordopjes, gehoorbeschermers en otoplastieken hebben elk hun eigen dempingswaarden en frequentiegebied. Uiteraard moeten de gehoorbeschermers zo gekozen worden dat zij de drager beschermen tegen te hoge geluidsdruk in de frequenties op de werkplek.

    • Als de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is moeten de individuele gehoorbeschermers door de werknemers gebruikt worden.

    De dagelijkse blootstelling aan lawaai, rekening houdend met de dempende werking van de door de werknemer gedragen individuele gehoorbeschermers, mag in geen geval hoger zijn dan 87 dB(A) of de piekgeluidsdruk mag in geen geval hoger zijn dan 200 Pa.

    Als ondanks de maatregelen, bedoeld in het eerste tot en met zevende en negende lid, wordt vastgesteld dat de dagelijkse blootstelling aan lawaai, rekening houdend met de dempende werking van de door de werknemer gedragen individuele gehoorbeschermers, hoger is dan de vastgestelde grenswaarden worden:

    • onmiddellijk maatregelen genomen om de blootstelling terug te brengen tot een niveau beneden die grenswaarden;
    • de oorzaken van de overmatige blootstelling vastgesteld en
    • extra technische of organisatorische maatregelen, toegepast om herhaling te voorkomen.

    Informatie:

    • Meer achtergrondinformatie over schadelijk geluid en de wettelijke eisen is te vinden via het ArboPortaal van het  Ministerie van SZW. Hier vindt u ook een informatiebrochure voor werknemers en werkgevers.

    Oplossingen

    In de Arbotoolkit (zie bovenaan de rode button) zijn diverse oplossingskaarten en oplossingsrichtingen terug te vinden om een geïnventariseerd probleem aan te pakken.

    Bij het treffen van maatregelen moet de werkgever de zogenaamde Arbeidshygiënische Strategie volgen (Arbowet, artikel 3). Dit betekent, dat maatregelen zoveel mogelijk bij de bron moeten worden getroffen. Als dit niet mogelijk is, worden andere doeltreffende maatregelen getroffen. Hierbij hebben maatregelen gericht op collectieve bescherming voorrang boven maatregelen gericht op individuele bescherming. Als maatregelen gericht op individuele bescherming niet mogelijk zijn, worden doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld.

    Voor dit arbeidsrisico zijn de volgende oplossingen beschikbaar:

    • Oplossingen zaagmachines
    • Oplossingen freesmachines
    • Oplossingen schaafmachines
    • Oplossingen pennenbanken
    • Oplossingen gehoorbescherming
    • Oplossingen organisatie
    • Oplossingen overig